Orde van de Dannebrog

Commandeur, Ridder, ster en plaque
Commandeur, Ridder, ster en plaque

De huidige Deense Orde van de Dannebrog (Deens: "Dannebrogordenen") werd op 12 oktober 1672 door Koning Christiaan V van Denemarken ingesteld. De Orde was, zo heette het, een herleving van de in 1219 door Koning Valdemar II "de veroveraar" na de verovering van Reval ingestelde ridderorde. "Dannebrog" is de Deense naam van de Deense vlag en deze vlag, een wit kruis op een rood veld, zou op het moment dat de Deense gelederen onder een aanval van de heidense Esten en hun Russische bondgenoten bezweken aan de hemel zijn verschenen of, volgens andere middeleeuwse bronnen, uit de hemel zijn gevallen. Dat gaf de Denen nieuwe moed en zij wonnen de slag. Waldemar benoemde na de slag vijfendertig dappere ridders in zijn nieuwe orde. Deze legendarische stichtingsdatum wordt door de Deense regering als de geboortedag van de Dannebrog-Orde gezien en dat is in het protocol belangrijk omdat men de oudere onderscheiding vóór een later ingesteld ereteken draagt.

Hoewel de naam "Dannebrogorden" met "Orde van de Deense Vlag" vertaald kan worden is het internationaal gebruikelijk om de Deense naam te gebruiken.

Bij de instelling werd vastgelegd dat de Orde van de Dannebrog vijftig edele ridders zou tellen. De Orde had, zoals in de 17e eeuw gebruikelijk was, slechts één enkele klasse en was behalve een onderscheiding ook een gemeenschap van ridders die in hun ordekleding, rode zijden mantel, zwarte hoed met rode en witte veren en witte broek, jas, vest, kousen en schoenen, bijeenkwamen.

Op 28 juni 1808 bepaalde Koning Frederik VI van Denemarken dat de Orde van de Dannebrog in het vervolg een moderne Orde van Verdienste zou zijn met vier graden en een bijzondere klasse de "Dannebrogman" die model zou staan voor de in 1815 in Nederland ingestelde Broederschap van de Nederlandse Leeuw.

De koning liet de eis dat de leden van de Orde van adel moesten zijn vallen en bepaalde dat "al zijn onderdanen van welke klasse of positie dan ook" in de Orde van de Dannebrog opgenomen konden worden. De verlichte Deense koning volgde bij deze hervorming het voorbeeld van het Franse Legioen van Eer dat de eerste min of meer "democratische" ridderorde was.

De ridders werden "hvide riddere" of "witte ridders"genoemd terwijl de ridders van de Orde van de Olifant de "blå riddere" of "blauwe ridders" waren.

De Deense regering is terughoudend met het verlenen van de kostbare zilveren, gouden en verguld zilveren versierselen. De orde staat dan ook in hoog aanzien. De meeste decoraties zijn bestemd voor ministers, parlementsleden na 10 jaar zitting in het Folketing, hoge ambtenaren die bij het bereiken van een bepaalde ambtelijke rang op de decoratie mogen rekenen en militairen. Slechts zelden worden zakenlieden, kunstenaars en vrijwilligers gedecoreerd met deze orde. De dominees en bisschoppen van de Deense staatskerk worden daarentegen wél geregeld met de versierselen van de Dannebrogorde verblijd. Ook Nederlandse en Belgische onderdanen werden in de orde opgenomen, soms voor bijzondere verdiensten, soms in het kader van een staatsbezoek. In 1984 werd ter gelegenheid van het Staatsbezoek van Hare Majesteit Koningin Beatrix aan Denemarken, o.a. de toenmalige Major Domus (hoofd interne dienst) Peter Beaujean benoemd tot Ridder in de Dannebrogordenen.

Voor 1808 werd het wit geëmailleerde en roodgerande grootkruis met een kruis van tafelgeslepen diamanten versierd. Op de keerzijde stond het monogram van de regerende Deense koning. De grootkruisen droegen op de borst een geborduurde ster van zijde zilver- en gouddraad. Denemarken heeft lang aan de geborduurde sterren vastgehouden en de massief zilveren sterren pas laat ingevoerd.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in