Orion (afkorting Ori) is een opvallend sterrenbeeld aan de hemelequator, liggende tussen rechte klimming 4u4m en 6u35m en tussen declinatie −11° en +23°. In de Griekse mythologie was Orion een jager die de Plejaden achtervolgde. Hij werd door Artemis per ongeluk gedood en daarna tot sterrenbeeld verheven. In de Egyptische mythologie was Orion de god Osiris, verbeeld als een man die vertwijfeld achterom kijkt. Nadat hij is vermoord door zijn jaloerse broer Seth, vormde zijn lichaamsvocht eind juli de Nijlvloed. Isis, de weduwe van Orion is wanhopig naar het lijk van haar man op zoek en volgt hem op de voet als Sirius, de Hondsster.[1]
Orion is in december duidelijk te herkennen bij een heldere hemel. Hij lijkt op een zandloper met in het noordoosten de heldere ster Betelgeuze, een rode superreus, noordwest Bellatrix, zuidwest Rigel, een blauwe superreus en tevens de helderste ster van Orion, en zuidoost Saiph. In het midden lopen de drie vrijwel even heldere sterren Alnitak, Alnilam en Mintaka (ζ, ε en δ Orionis) schuin als een riem naar het noordwesten. Samen worden ze daarom de Gordel van Orion, Driekoningen of Jakobsstaf genoemd. Aan de gordel hangt zijn zwaard, de nevel M42, met de sterren Hatysa en Mizan Batil I (44 en 42 Orionis). Ten zuidoosten van Orion bevindt zich Sirius, iets onder de verlengde lijn door de riem. Sirius is na de zon de helderste ster aan de hemel en maakt deel uit van het sterrenbeeld Canis Major, de grote jachthond van Orion. Mintaka ligt vrijwel op de hemelequator.