Ouderlijk gezag (voorheen: ouderlijke macht) is het gezag dat de meerderjarige ouders over het minderjarige kind mogen en moeten uitoefenen. Het is geregeld in Boek 1, titel 14 (Nederland) of titel IX (België) van het Burgerlijk Wetboek. Het ouderlijk gezag stopt bij ontheffing of ontzetting uit het ouderlijk gezag en uiteraard als het kind meerderjarig is. Als het gezag door anderen dan de (juridische) ouders wordt uitgeoefend, dan spreekt men van voogdij.