Het Oversticht was het noordelijke gedeelte van de Stichtse Landheerlijkheid waarover de bisschoppen van Utrecht in de Middeleeuwen als vorst de landsheerlijkheid uitoefenden. Het kwam grotendeels overeen met de huidige provincies Overijssel en Drenthe. Ook het gebied om de stad Groningen, het zogenaamde Gorecht, hoorde voor een tijd bij het Oversticht, maar de stad Groningen was betwist gebied. Tot 1309 behoorden tevens de Stellingwerven tot het Oversticht. In Drenthe was het gezag van de bisschop tamelijk zwak. Deventer was met zijn kapittel aan de Sint-Lebuïnuskerk bestuurlijk en religieus de belangrijkste stad van het Oversticht.