Palliatieve zorg is zorg die gericht is op palliatie, dat wil zeggen verzachting of verlichting. Het wordt meestal gebruikt als impliciet contrast met curatieve zorg, medisch en verzorgend handelen met als doel genezing te bereiken. Palliatieve zorg is dus meestal van toepassing als genezing niet (meer) mogelijk is: er zijn onbehandelbare ziekteverschijnselen (refractaire symptomen). Een symptoom is of wordt refractair als geen van de conventionele behandelingen (voldoende snel) effectief zijn en/of deze behandelingen gepaard gaan met onaanvaardbare bijwerkingen. Pijn, benauwdheid en delier zijn de meest voorkomende refractaire symptomen.
Binnen de stervensbegeleiding is tegenwoordig veel aandacht voor palliatieve zorg. Bij mensen die ongeneeslijk ziek zijn en in een vergevorderd stadium van hun ziekte, probeert de palliatieve zorg een continue en totale zorg te bereiken die het lijden zo veel mogelijk beperkt en verzacht. Er zijn instellingen die dergelijke zorg op professionele grondslag aanbieden, zoals hospices, maar ook wordt vaak gebruikgemaakt van vrijwilligers en familieleden (mantelzorgers).
De zorg omvat:
Hoewel palliatieve zorg nu erkend en gesubsidieerd wordt (op voorwaarde van medische verantwoording), gebeurt veel van de hulpverlening ook op vrijwillige basis. Vormen van palliatieve zorg kunnen zowel in het ziekenhuis als thuis aangevraagd worden.
Palliatief komt van het Latijnse woord pallium, dit betekent mantel. In de palliatieve zorg wil men zorg die als een mantel de zieke omgeeft. Het herinnert aan de daad van Martinus van Tours (Sint-Maarten) die zijn mantel deelde met een naakte bedelaar.