Paltsgraaf

Paltsgraaf (Latijn: comes palatinus; Duits: Pfalzgraf) is een historische functie die oorspronkelijk voornamelijk het bestuur en beheer van landgoederen betrof waar een koninklijk buitenverblijf gevestigd was, later ook de militaire verdediging ervan.[1] In de loop der eeuwen verdwenen de taken en bevoegdheden en werd paltsgraaf een vorstelijke titel. Het gebied en de bebouwing waar de koning verbleef werd palts genoemd, het grondgebied waarover een paltsgraaf het bestuur voerde paltsgraafschap of palatinaat.[2] De vroegst bekende paltsen waren die van de Duitse koningsdynastieën van de Liudolfingen (936-1002), de Konradijnen (1002-1024) en de Salische Franken (1024-1125).

Een paltsgraaf werd niet noodzakelijk voor het leven benoemd en de functie was niet erfrechtelijk overdraagbaar. In de praktijk van het palatinaat in het historische hertogdom Lotharingen is wel te zien, dat de functie vanaf de 10e eeuw binnen twee dynastieke lijnen blijft.

  1. Droogenbroeck, Frans J. van (2004). De betekenis van paltsgraaf Herman II (1064-1085) voor het graafschap Brabant. Eigen Schoon & De Brabander 87, Koninklijk Historisch Genootschap van Vlaams-Brabant en Brussel
  2. Wat is de betekenis van Palts. www.ensie.nl. Ensie. Geraadpleegd op 29 januari 2024.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy