Perzik | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Prunus persica (L.) Batsch (1801) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Perzik op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De perzik (Prunus persica) is een boomsoort en een vrucht. De vrucht bevat een harde houtachtige noot, net als de abrikoos, de pruim en de kers. Technisch zijn dit alle steenvruchten. De perzik is zelffertiel, en kan dus zichzelf bevruchten.
De perzik wordt voornamelijk gekweekt in Iran (Perzië) en de omgeving van de Middellandse Zee. Het Latijnse woord persicus (-a, -um) betekent Perzisch. Perziken komen oorspronkelijk uit het Chinees Keizerrijk, maar zijn via Perzië in Europa terechtgekomen.
De schil van de vrucht voelt een beetje pluizig aan. Een vorm zonder deze pluizige schil heet nectarine. Een nectarine is geen kruising tussen een perzik en een pruim, want behoudens de schil bestaat er geen wezenlijk verschil tussen nectarines en perziken; een nectarine is een gemuteerde variant van de perzik.
Binnen de rassen wordt wel onderscheid gemaakt naar de kleur van het vruchtvlees: wit, geel of rood. Veel witvlezige rassen staan erom bekend dat ze beter smaken dan de geelvlezige, maar een nadeel is dat ze dikwijls slechter tegen transport kunnen.