Dit artikel is een deel van de serie over: de dialogen van Plato |
Vroege periode: |
Apologie van Socrates · Charmides |
Protagoras · Euthyphro |
Ion · Crito · Alcibiades I |
Hippias Major · Hippias Minor |
Laches · Lysis · Euthydemus |
Middenperiode: |
Cratylus · Gorgias |
Menexenus · Meno |
Phaedo · Symposium |
Staat · Phaedrus |
Late periode: |
Parmenides · Theaetetus |
Timaeus · Critias |
Sofist · Staatsman |
Philebus · Wetten |
Betwiste geschriften: |
Clitophon · Epinomis |
Brieven · Hipparchus |
Minos · Theages |
Alcibiades II · Minnaars |
Niet geschreven: |
Hermocrates · Ongeschreven leer |
De Philebus is een van de werken van de Atheense filosoof Plato, en maakt deel uit van de groep late ('kritische') dialogen. Startpunt is de vraag welk soort leven het beste is: een leven van verstand, gewijd aan kennis en inzicht, een leven gericht op vreugde en genot, of een combinatie van beide. Deze dialoog bevat tal van beschouwingen waarvan het onderlinge verband niet altijd direct duidelijk is, en heeft dan ook ooit de verzuchting ontlokt alle moeilijkheden in zich te verenigen die horen bij het lezen van een Platonische dialoog[1]. Maar ook is de Philebus vergeleken met knoestige, knobbelige oude eik, vol met bulten en uitlopers op onverwachte plekken, maar die toch evenveel gezond hout bevat als de ranke cipressen en pijnbomen (dat wil zeggen de bekendere dialogen van Plato)[2].