Gnaeus Pompeius Magnus CN·POMPEIVS·CN·F·SEX·N·MAGNVS | ||||
---|---|---|---|---|
Gnaeus Pompeius Magnus, Louvre (Parijs).
| ||||
Geboortedatum | 29 september 106 v.Chr.[1] | |||
Sterfdatum | 28 september 48 v.Chr.[1] | |||
Tijdvak | Romeinse Republiek | |||
Partij | Optimates | |||
Cursus Honorum | ||||
Consul in | (I) 70 v.Chr. (II) 55 v.Chr. (III) 52 v.Chr. | |||
Medeconsul | (I)&(II) Marcus Licinius Crassus Dives (III) geen; nadien Quintus Caecilius Metellus Pius Cornelianus Scipio Nasica | |||
Persoonlijke gegevens | ||||
Bijnaam | Magnus ("de Grote") | |||
Familie | Gens Pompeia | |||
Zoon van | Gnaeus Pompeius Strabo | |||
Vader van | (III) Gnaeus Pompeius Magnus minor (III) Pompeia Magna (III) Sextus Pompeius Magnus Pius | |||
Gehuwd met | (I) Antistia (II) Aemilia Scaura (III) Mucia Tertia (IV) Julia Caesaris (V) Cornelia Metella | |||
Broer van | Pompeia | |||
|
Gnaeus Pompeius Magnus, ook bekend als Pompeius of Pompeius de Grote (Klassiek Latijnse afkorting: CN·POMPEIVS·CN·F·SEX·N·MAGNVS; Picenum, 29 september 106 v.Chr. – Pelusium, Egypte, 28 september 48 v.Chr.), was een militair en staatkundig leider ten tijde van de late Romeinse Republiek. Hij werd geboren in een rijke provinciale familie en vestigde zich in de gelederen van de Romeinse adel door zijn succesvol leiderschap in verscheidene militaire campagnes. Generaal Sulla sprak hem aan met het cognomen Magnus (de Grote), en hij werd beloond met drie triomftochten.
Pompeius sloot zich aan bij zijn rivaal Marcus Licinius Crassus en zijn bondgenoot Julius Caesar in de officieuze militair-politieke alliantie die bekendstond als het eerste triumviraat. Het eerste triumviraat werd gevalideerd door het huwelijk tussen Julia Caesaris (dochter van Julius Caesar) en Pompeius. Na de dood van Julia en Crassus, koos Pompeius voor de kant van de optimates, de conservatieve en aristocratische factie van de Romeinse Senaat. Pompeius en Caesar streefden naar het leiderschap over de Romeinse staat, en dit leidde tot een burgeroorlog. Toen Pompeius verslagen werd bij de Slag bij Pharsalus, vluchtte hij naar Egypte, waar hij vermoord werd. Zijn carrière en nederlaag waren belangrijk in de daaropvolgende transformatie van de Romeinse Republiek in het Principaat en het Keizerrijk.