Positronemissietomografie (PET) is een beeldvormende techniek waarbij een radioactief isotoop (een radionuclide) wordt toegediend aan een patiënt. Deze radionuclides verzamelen zich op bepaalde plaatsen in het lichaam (bijvoorbeeld een tumor). Bij het verval produceren deze atoomkernen een positron en een neutrino. Positronen zijn de antideeltjes van elektronen en hebben dezelfde massa, maar een positieve lading. Een gevormd positron zal na een kort pad op een electron botsen, daarmee annihileren en zo een tweetal gammafotonen produceren. Deze worden gedetecteerd in een ring van detectoren. Voor elke annihilatie kan zo vastgelegd worden waar hij heeft plaatsgevonden en op die manier wordt een beeld gevormd van de verdeling van het radionuclide in het lichaam.
De techniek is sinds 1950 bekend en wordt sinds 1970 voor medische toepassingen gebruikt. De PET-scan wordt vaak gecombineerd met een CT-scan. De PET-scan geeft de absolute plaats van bijvoorbeeld een tumor of verhoogde hersenactiviteit aan en de CT-scan maakt het mogelijk deze plaats te relateren aan de structuren in het lichaam.