De Priapea of Priapeia is een verzameling van 80 obscene, humoristische epigrammen van rond het jaar 100 gewijd aan de Grieks-Romeinse vruchtbaarheidsgod Priapus, die altijd werd afgebeeld met een enorme stijve penis, die als een soort running gag een terugkomend thema vormt. De gedichten zijn van hoge kwaliteit, maar de schrijver is onbekend. De collectie is in de loop der tijd toegeschreven geweest aan Vergilius, Ovidius, Martialis en Tibullus en waarschijnlijk tot in de middeleeuwen aangevuld en gewijzigd.
Een deel van de gedichten betreft monologen van Priapus waarin de god zichzelf feliciteert en prijst om de grootte en de viriliteit van zijn geslachtsdelen, en vreselijke waarschuwingen uitdeelt aan degenen die zonder toestemming zijn tuin willen ingaan of proberen zijn vruchten te stelen: hij bedreigt de onverlaten met diverse straffen van seksuele aard, zoals gedwongen orale en anale seks.