Radboud Universiteit Radboud University | ||||
---|---|---|---|---|
Afkorting | RU | |||
Latijnse naam | Universitatis Radbodianae Noviomagensis | |||
Statutaire naam | Stichting Radboud Universiteit | |||
Motto | In Dei Nomine Feliciter (Moge het ons in Gods naam voorspoedig gaan) | |||
Locatie | Nijmegen, Nederland | |||
Opgericht | 17 oktober 1923 | |||
Type | openbaar / rooms-katholiek | |||
Eigendom | Stichting Katholieke Universiteit | |||
Rector | José Sanders | |||
Studenten | 24.402 (2023)[1] | |||
Personeel | 6.147 fte (2022)[2] | |||
Lid van | EUA, IFCU, The Guild of European Research-Intensive Universities | |||
Website | ||||
|
De Radboud Universiteit is een rooms-katholieke, Nederlandse universiteit. Op 17 oktober 1923 ging ze van start als Roomsch Katholieke Universiteit Nijmegen.[3] De universiteit is voortgekomen uit de katholieke gemeenschap. Ze draagt haar oorsprong uit in haar onderzoeks- en onderwijsprogramma. Daarnaast participeert zij in vele landelijke katholieke en algemeen-christelijke verbanden. De universiteit telt zeven faculteiten en ruim honderd opleidingen (bachelor en master). Op 1 oktober 2022 stonden 24.633 studenten ingeschreven, waarvan 10,6% internationale studenten.[1] In 2022 had de universiteit 6.147 voltijdsequivalenten personeel in dienst, waarvan 3.467 wetenschappelijk personeel.[2] De Radboud Universiteit en het Radboud universitair medisch centrum zijn gevestigd op het Nijmeegse landgoed Heijendaal. In oktober 2020 werd het predicaat rooms-katholiek door de Nederlandse bisschoppen per 15 november 2020 ingetrokken, omdat zij meenden dat hun bestuurlijke invloed op de instelling te gering was geworden. De Radboud Universiteit mocht zich daardoor niet meer katholiek noemen. Tijdens het Ad liminabezoek van de Nederlandse bisschoppen aan Rome in november 2022 bleek de Heilige Stoel daar anders over te denken; ook de universiteit zelf wil katholiek blijven.[4] De universiteit behoort consistent tot de top 200 universiteiten ter wereld in de vier grootste universitaire rankschikkingen.[5]