De relatieve luchtvochtigheid, in procenten, geeft aan hoeveel waterdamp zich in de lucht bevindt ten opzichte van de maximale hoeveelheid waterdamp.
Gasmengsels zoals lucht kunnen bij temperaturen onder het kookpunt van water slechts een beperkte hoeveelheid waterdamp bevatten; die hoeveelheid hangt af van de temperatuur en de luchtdruk. Als zo'n gasmengsel meer waterdamp zou bevatten zou condensatie op gaan treden. Bij temperaturen boven het kookpunt van water kan een gasmengsel een ongelimiteerde hoeveelheid waterdamp bevatten zonder dat condensatie optreedt.
De relatieve luchtvochtigheid is een verhouding die aangeeft hoeveel waterdamp lucht bevat ten opzichte van de maximale hoeveelheid waterdamp die de lucht kan bevatten. Een waarde van 100% wijst op de maximale hoeveelheid waterdamp: de lucht is dan verzadigd. Bij een relatieve luchtvochtigheid van 50% bevat de lucht de helft van de maximale hoeveelheid waterdamp. Hoe warmer lucht is hoe meer waterdamp deze kan bevatten.
Buitenshuis kan de relatieve luchtvochtigheid enorm variëren, van minder dan 20% tot 100%. Binnen bedraagt de relatieve luchtvochtigheid meestal 40 - 60%. In een geventileerde ruimte kan de vochtigheid afhankelijk van de weersomstandigheden en eventuele verwarming echter ook binnenshuis enkele tientallen procenten afwijken. In de badkamer is de relatieve luchtvochtigheid meestal het hoogst.
Als de relatieve luchtvochtigheid 100% bereikt, zal de onzichtbare waterdamp neerslaan in druppels. Er ontstaat dan mist, dauw of rijp. In kamers zal de relatieve vochtigheid bij de ramen, waar het vooral 's winters kouder is, hoger zijn dan in het midden van de kamer. Als de lucht vlak bij het raam zo koud wordt dat de relatieve luchtvochtigheid 100% bereikt moet er waterdamp uit de lucht verdwijnen. De overtollige waterdamp slaat neer op het raam in de vorm van druppeltjes (condens). Het raam beslaat.
De relatieve luchtvochtigheid wordt gemeten met een hygrometer, een elektronisch apparaat met sensor of een eenvoudige haarhygrometer. De lengte van de haar is een maat voor de luchtvochtigheid. Een ontvette mensenhaar wordt langer als de relatieve luchtvochtigheid toeneemt. Die lengteverandering wordt overgebracht naar een wijzer, die de vochtigheid aangeeft.