Remembrance Day, ook wel Armistice Day of Poppy Day, in Nederland vergelijkbaar met Dodenherdenkingsdag, is in het Verenigd Koninkrijk en andere landen van het Gemenebest de dag waarop de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog en alle oorlogen en gewapende conflicten sindsdien worden herdacht. De dag wordt ook in landen buiten de Commonwealth georganiseerd.
De herdenkingsdag is jaarlijks op 11 november, de dag waarop in 1918 de strijdende partijen in de Eerste Wereldoorlog de laatste overeenkomst tot wapenstilstand ondertekenden, met het Duitse Keizerrijk, waarmee het einde van die oorlog werd ingeluid.[1] De eigenlijke plechtige herdenking vindt plaats op de zondag die het dichtst in de buurt ligt van die datum. Die dag wordt Remembrance Sunday genoemd. Op de zondag wordt om 11.00 's ochtends overal in het land twee minuten stilte in acht genomen en worden er kransen gelegd. De nationale herdenking in Engeland vindt plaats bij de Cenotaaf op Whitehall in Londen. Kransen worden gelegd door de koninklijke familie, de regering, vertegenwoordigers van de andere politieke partijen, en de stafchefs van de Britse landmacht, luchtmacht en marine. Ook zijn de hoge commissarissen van het Gemenebest aanwezig. Na het officiële gedeelte volgt een defilé van oorlogsveteranen. Deze herdenking is vergelijkbaar met de Nationale Dodenherdenking in Nederland op 4 mei, waarbij om 20.00 uur 's avonds met twee minuten stilte de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht. Nederland was een neutraal land bij de Eerste Wereldoorlog.