Respiratoir syncytieel virus | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Soort | |||||||||
Human respiratory syncytial virus | |||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||
Respiratoir syncytieel virus op Wikispecies | |||||||||
|
Het respiratoir syncytieel virus (rsv of rs-virus) is een virus dat een van de belangrijkste veroorzakers is van verkoudheid. Voor volwassenen blijft het dan bij verkoudheid, maar vooral bij zeer jonge kinderen kan de verkoudheid overslaan op de lagere luchtwegen. Ook kwetsbare ouderen kunnen ernstig ziek worden van dergelijke luchtweginfecties.
Het virus wijkt af van de meeste virussen door het feit dat het gedurende het leven verschillende ziekte-episoden kan veroorzaken: immuniteit is niet levenslang.
Het rs-virus komt zoveel voor, dat ieder kind er wel een keer mee wordt besmet in de eerste levensjaren. In Nederland veroorzaakt het anno 2020 nauwelijks sterfgevallen, maar wel veel opnames in de kinder-intensive care, vooral in de winter. Wereldwijd is het echter de tweede doodsoorzaak bij jonge kinderen.[1] Alleen malaria veroorzaakt nog meer kindersterfte in ontwikkelingslanden.
Kinderen die op een kinderdagverblijf komen, krijgen een infectie met het rs-virus vaak al in het eerste levensjaar. Het virus wordt overgedragen door direct contact zoals handcontact, knuffelen en inademen van uitgehoeste lucht. Het virus kan ook lange tijd in de lucht blijven rondzweven en zo ingeademd worden.[2] Baby's raken vaak besmet door contact met een volwassene die verkouden is. De symptomen zijn dan vaak hoesten, moeilijker ademhalen en soms lichte koorts. Bij ernstige vormen moet soms enige dagen wat extra zuurstof worden gegeven, waarvoor dan opname in een ziekenhuis noodzakelijk is. Dit treedt op bij ongeveer 1 op de 100 gevallen. In de meeste gevallen is besmetting met het rs-virus niet ernstig en zijn de klachten na ongeveer twee weken verdwenen.[3]
<ref>
; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam :0