Rijksarchief was in Nederland tot het einde van de twintigste eeuw de benaming voor de overheidsdiensten die de archieven beheerden en aan het publiek beschikbaar stelden van overheidsinstellingen en particuliere organen in een bepaalde provincie; het Algemeen Rijksarchief deed dat voor de archieven van soortgelijke instellingen en organen van landelijk belang.
In iedere provincie was een Rijksarchief aanwezig, gevestigd in de provinciehoofdstad, behalve voor Zuid-Holland waar dit was geïntegreerd met het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. De naam was "Rijksarchief in ...", bijvoorbeeld "Rijksarchief in Groningen". Nadat de rijksarchieven circa 120 jaar onder die namen hadden bestaan, werden ze meegenomen in een proces van schaalvergroting en publieksverbreding. De meeste fuseerden tussen 1998 en 2005 met één of meerdere andere culturele instellingen in de betreffende provincie tot brede en laagdrempelige diensten die in algemene zin als Regionaal Historisch Centrum (RHC) worden aangeduid, maar in naamgeving vaak sterk afwijken.