De term rijkswet wordt in het Koninkrijk der Nederlanden gebruikt voor een wet die, anders dan de meeste wetten, geldt voor het gehele koninkrijk. Ook de gevolmachtigde minister van Aruba, Curaçao of Sint Maarten is gemachtigd in de Tweede Kamer een voorstel voor een rijkswet te doen. Mocht een gemachtigde minister zich tegen een voorstel in de Tweede Kamer uitspreken, dan kan het voorstel alleen met een meerderheid van drie vijfde wet worden.
Artikel 3 van het Statuut geeft de onderwerpen die als aangelegenheden van het Koninkrijk bij rijkswet moeten worden vastgesteld. Dit betreft onder meer:
Op grond van artikel 38 van het Statuut kunnen twee of meer landen van het Koninkrijk een gezamenlijke regeling treffen ten aanzien van onderwerpen die niet in artikel 3 worden genoemd. De regeling kan worden vervat in een rijkswet of algemene maatregel van rijksbestuur. Men spreekt in zo'n geval van een consensusrijkswet of consensus-AMvRB. Een voorbeeld van een consensusrijkswet is de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In de preambule van deze rijkswet wordt verwezen naar artikel 38, tweede lid, van het Statuut.
Een paar voorbeelden van rijkswetten:
Kamerstukdossiers m.b.t. een rijkswet hebben een dubbel nummer, bijvoorbeeld 30 584 (R 1811) voor een wijziging in 2008 van de Rijkswet op het Nederlanderschap.