Roer (schip)

Voor de verschillende vliegtuigroeren, zie Roer (vliegtuig).
Stuurboords semibalansroer van een dubbelschroever

Een roer van een vaartuig is een beweegbaar stuurvlak, dat dient om een schip op koers te houden of gecontroleerd van koers te doen veranderen.

Scheepsroeren kunnen aan een schip worden gehangen met pennen (roerhaken) aan het roer, die in ringen passen die aan de achtersteven bevestigd zijn. Zo'n ring heet een vingerling en bij grote diameters vroeger ook wel duimling.[1] De helmstok wordt dan aan het roer zelf bevestigd. Een andere vorm is een roer dat om een as draait – de roerkoning - die door het achterschip wordt gestoken. Op de roerkoning kan een helmstok worden gebruikt, waarmee het roer dan rechtstreeks wordt bediend. Een andere oplossing is met een kwadrant, dat op of aan de roerkoning wordt bevestigd. Bij oude binnenschepen met een doorlopende ketting die naar het stuurwiel in het stuurhuis liep, maar moderne binnenschepen hebben net zoals zeeschepen hydraulische aandrijvingen, stuurmachines. Moderne roeren hebben meestal een profiel.

Er zijn veel verschillende type roeren, afhankelijk van de beschikbare ruimte en de vereiste manoeuvreerbaarheid. De werking is gebaseerd op de liftkracht die optreedt zodra een profiel onder een hoek wordt aangestroomd. Deze kracht neemt toe met toenemende invalshoek tot een maximum is bereikt, waarna deze afneemt. Bij schepen kent men het doorgestoken roer en het aangehangen roer. Doorgestoken roeren hangen onder een schip, veelal in een schroefraam; aangehangen roeren scharnieren aan de achterkant van het schip.

Roeren worden ook wel gebruikt als stabilisator om de scheepsbewegingen 'rollen' en 'stampen' te dempen.

Roeren zijn in verschillende vormen al in gebruik sinds het begin van de geschreven geschiedenis en mogelijk daarvoor. Ook tegenwoordig is nog vrijwel elk schip ermee uitgerust.

  1. www.encyclo.nl

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy