Russisch-Japanse Oorlog
|
|
Russische soldaten in Port Arthur. Onderaan Japanse lichamen in een loopgraaf (1905)
|
Datum
|
8 februari 1904 - 5 september 1905
|
Locatie
|
Mantsjoerije en de Gele Zee
|
Resultaat
|
Japanse overwinning
|
Verdrag
|
Verdrag van Portsmouth
|
Strijdende partijen
|
|
Leiders en commandanten
|
|
Troepensterkte
|
|
Verliezen
|
47.387 doden 173.425 gewonden
|
25.331 doden 146.032 gewonden
|
|
De Russisch-Japanse Oorlog (Japans: 日露戦争; Romaji: Nichi-Ro Sensō; Russisch: Русско-японская война, Roessko-japonskaja vojna; Vereenvoudigd Chinees: 日俄战争;Traditioneel Chinees: 日俄戰爭; Hanyu pinyin: Rì'é Zhànzhēng) (8 februari 1904 - 5 september 1905) was de eerste grote oorlog van de 20e eeuw.
De oorlog kwam voort uit de aanspraken van het Japanse Keizerrijk op Keizerrijk Korea en Mantsjoerije. Het Keizerrijk Rusland klampte zich vast aan de in 1898 voor 25 jaar van China gepachte ijsvrije haven Port Arthur aan de Koreabaai/Gele Zee en daarmee in verbinding met de Grote Oceaan, voor zowel hun koopvaardij als hun marine. Vladivostok was enkel ijsvrij in de zomer. Japan blokkeerde, bestormde en belegerde Port Arthur. De Russen probeerden Port Arthur te verdedigen, te ontzetten of er uit te breken.
De strijd werd op land gestreden in Zuid-Mantsjoerije, vooral rond Liaodong en Shenyang en op zee rond Korea, Japan en de Gele Zee. De climax was de Slag bij Mukden op het land en de Slag bij Tsushima op zee. De Japanse overwinningen op de Russen verrasten de westerse mogendheden. De oorlog verlegde het machtsevenwicht in Oost-Azië en maakte Japan tot een grootmacht.