Seerp Gratama (Harlingen, 27 oktober 1757 - Groningen, 19 september 1837) was hoogleraar aan de Universiteit van Groningen.
Gratama was de oudste zoon van Tjepke Gratama en Rinske Donker. Op 15-jarige leeftijd werd hij wees, waarna de burgemeester en de secretaris van Harlingen zich als voogden over hem ontfermden. Hij ontving zijn basisonderwijs aan de Latijnse School in Deventer, waarna hij vanaf 1774 in dezelfde stad aan het Athenaeum Illustre drie jaar lang colleges volgde in oude letterkunde en wijsbegeerte. In 1777 begon hij de studie rechten aan de Universiteit van Franeker, waarin hij in 1783 promoveerde.
Gratama vestigde zich als advocaat in Harlingen. Hij trouwde met Aafke Talma, die net als Seerp als wees in Harlingen opgegroeid was. Hun eerste zoon was Sibrand Gratama.