Staatshoofd: | aristocratie · autocratie · cesaropapie · dictatuur · gerontocratie · kakistocratie · monarchie (absolute monarchie · constitutionele monarchie · islamitische monarchie · kiesmonarchie) · oligarchie · plutocratie · republiek (directoriale republiek · parlementaire republiek · presidentiële republiek · semipresidentiële republiek) · theocratie (kalifaat · pontificaat) |
Ideologie: | bi-nationale staat · democratie (directe democratie · ochlocratie · parlementaire democratie · meerpartijenstelsel) · islamitische republiek · meritocratie · eenpartijstaat · plutocratie · technocratie · volksrepubliek (radenrepubliek · socialistische sovjetrepubliek) |
Regeringsvorm: | centralisme · eenheidsstaat · federalisme · condominium · confederatie · vazalstaat · natiestaat · beschavingsstaat · supranationalisme · superstaat |
Zie ook: | diarchie · driemanschap · tetrarchie · pseudocratie · gerontocratie · kleptocratie · personele unie |