Skinken | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Kleine bruine skink (Scincella lateralis) | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Familie | |||||||||||||
Scincidae Gray, 1825 | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Skinken op Wikispecies | |||||||||||||
|
Skinken (Scincidae) zijn een familie van hagedissen (Lacertilia).
Het is met ruim 1710 soorten in meer dan 130 geslachten de grootste familie van hagedissen en tevens van alle gewervelde dieren.[1] Het is waarschijnlijk dat het aantal geslachten nog sterk zal toenemen, omdat veel soortenrijke geslachten uit elkaar gehaald zullen worden als gevolg van nieuwe inzichten. Zo zijn onlangs nog de meeste soorten uit het geslacht Eumeces overgeheveld naar een nieuw geslacht; Plestiodon.
Skinken kennen een zeer grote verscheidenheid in vormen en maten. Er zijn soorten die nauwelijks van slangen te onderscheiden zijn, andere soorten lijken meer op hazelwormen of hebben een lichaamsbouw die vergelijkbaar is met echte hagedissen. Wat ze met name interessant maakt is het feit dat bij verwante soorten verschillende ontwikkelingsstadia voorkomen. Zo zijn er geslachten waarvan de soorten een andere pootvorm hebben, of een andere bouw van de ogen. Bij andere hagedissen zijn dergelijke anatomische verschillen vaak aanleiding om ze tot een andere groep te rekenen, maar bij de skinken komen deze kenmerken door elkaar voor.
Skinken zijn meestal klein en bereiken een lichaamslengte van 10 tot 20 centimeter inclusief staart. Sommige soorten worden langer dan 30 cm en de grootste soorten kunnen meer dan 60 cm lang worden inclusief staart. Net zoals hagedissen uit andere families kunnen skinken de staart afwerpen bij gevaar, om zo te ontsnappen aan de vijand, de staart groeit later weer aan (autotomie)
Skinken komen overal ter wereld voor, maar alleen in warmere streken. In Europa leven skinken bijvoorbeeld vooral rond het Middellandse Zeegebied. Skinken jagen voornamelijk op insecten, enkele soorten hebben een afwijkend menu en jagen uitsluitend op slakken, eten regelmatig plantendelen (Tiliqua) of zijn in een enkel geval vrijwel volledig vegetariër.
De voortplanting van skinken verschilt, veel soorten zijn eierleggend, andere baren levende jongen. Een aantal soorten bewaakt de eitjes en sommige skinken kennen zelfs een vorm van verregaande broedzorg door de juvenielen enige tijd te beschermen.