Smalbladige es | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Boom in Jardin des Plantes in Parijs | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Fraxinus angustifolia Vahl (1804) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Smalbladige es op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De smalbladige es (Fraxinus angustifolia) is een plant die behoort tot de olijffamilie (Oleaceae). De boom komt van nature voor in Zuid-Europa en van Noord- en Oost-Afrika tot in Iran. In Nederland wordt de boom sinds de negentiende eeuw aangeplant.
De smalbladige es kan in Nederland tot 15 m en elders tot 30 m hoog worden met een brede kroon. De diepgegroefde bast bestaat uit kleine schubben.
De dunne twijgen zijn groengrijs en de knoppen donkerbruin. De donkergroene, oneven geveerde, 15-20 cm lange bladeren hebben negen tot dertien blaadjes, die 7-13 cm lang en 1-2 cm breed zijn. Ze verschijnen in april en mei. Alleen de cultivar F. angustifolia 'Monophylla' heeft geen samengesteld blad. Het blad krijgt een kenmerkende herfstkleur, die afhankelijk is van de cultivar.
De smalbladige es is tweehuizig. De smalbladige es bloeit in april vóór het verschijnen van de bladeren met okselstandige bloeitrossen. Aan de bloemen ontbreken de kelk- en kroonbladen.
De vrucht is een 3-4 cm lange, gevleugelde dopvrucht met elliptische vleugels. Ze hangen bij de vrouwelijke cultivars in groepjes en zijn tot voor het afvallen van de bladeren groen; daarna worden ze bruin.