Een snaphaan, vuursteengeweer of vuursteenmusket is een gladloops voorlaad-geweer dat in de tweede helft van de zeventiende eeuw, de gehele achttiende eeuw en de eerste helft van de negentiende eeuw het standaardwapen van de infanterist was. Daarna werd het in de meeste landen vervangen door het percussiegeweer.
Het wapen was de opvolger, en doorontwikkeling, van het musket. Het grootste verschil was het ontstekingsmechanisme: het musket had een lontslot (of bij uitzondering een radslot); de snaphaan had een snaphaanslot (waaraan het wapen zijn naam ontleende) en later een vuursteenslot. Dit afvuurmechanisme maakte het mogelijk om het wapen veel sneller te laden. Een geoefend musketier kon één à twee schoten per minuut lossen met een lontslotmusket; een geoefend soldaat met een snaphaan kon er drie à vier lossen. Ook was het wapen over het algemeen lichter en slanker dan het musket. Het kaliber was grotendeels hetzelfde en varieerde van 17 millimeter tot 21 millimeter. Het effectieve bereik was, net als het musket, zo'n 60 meter.