Een soutane of toga (toog) is een lange zwarte jas met nauwe mouwen en een rij knoopjes van de hals tot de voeten, gedragen door katholieke priesters. Het is een jas die ook wordt gebruikt door de geestelijken en mannelijke religieuzen van de Oosters-orthodoxe kerken, de Oosters-katholieke kerken, naast sommige geestelijken in bepaalde protestantse denominaties zoals de anglicaanse, lutheraanse, oud-katholieke, methodistische en episcopale kerken. Waarbij de vormen soms enkele kleine verschillen vertonen, de snit is dan anders. De soutane reikt meestal tot enkele centimeters boven de schoenen en sluit bij de hals met de priesterboord. De soutane heeft doorgaans 33 knopen, even veel als het aantal jaren dat Jezus Christus op aarde doorbracht. Sommige geestelijken zijn echter zo groot of klein, dat hun soutane meer of minder knopen moet bevatten. Sinds de invoering van de clergyman-kleding in 1962 worden soutanes minder gedragen door rooms-katholieke geestelijken. In de orthodoxe diaspora dragen geestelijken soms clergymankleding als dagelijkse kleding.