Spiercel

Een spiercel of myocyt is een cel die beweging mogelijk maakt. Dit gebeurt door samentrekking of contractie. Er zijn 3 soorten spiercellen, namelijk skelet-, hart- en gladde spiercellen. Zowel skelet- als hartspiercellen vertonen dwarsstreping.

De samentrekking van spieren is mogelijk door eiwitten in de zogeheten dunne actine en dikke filamenten van de myofibrillen van de spiercel. Het dunne filament bestaat uit het eiwit actine dat aaneengeschakeld is. Ook tropomyosine en troponine maken deel uit van dit filament. Het dikke filament daarentegen bestaat uit myosine. Dit eiwit bestaat uit een myosinekop, -hals en -staart. De dwarsstrepen van hart- en skeletspiercellen zijn zichtbaar op microscopen en ontstaan door de afwisseling van soms wel en soms niet overlappende dunne en dikke filamenten.

Daarnaast zijn er myoblasten, dat zijn cellen die aan de randen van spiervezels zitten en te hulp schieten als er een stukje spier beschadigd is. Ze delen zich en zorgen er zo voor dat de spier weer herstelt. Een spierbundel bestaat uit spiervezels. Elke spiervezel bestaat uit een enkele spiercel die meerdere kernen heeft. Spieren kunnen geen duwkracht uitoefenen, alleen trekkracht. Om toch actief twee kanten op te kunnen bewegen worden op verschillende plaatsen in het lichaam twee spieren tegen elkaar in gezet. Zo zit er in de arm de biceps en triceps zodat door samentrekking van de een strekking en door samentrekking van de ander een buiging van de arm kan worden veroorzaakt. Dat komt doordat als de triceps worden samengetrokken ze de biceps dwingen weer uit elkaar te gaan.

De binding tussen actine en myosine is bijzonder sterk en wordt op verschillende manieren in de bio-technologie gebruikt.

Zoals aangegeven in onderstaande figuur zijn er dunne en dikke filamenten. De dunne lijnen geven de dunne filamenten aan. De dikke lijnen geven de dikke filamenten weer.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy