Een spoornummer is een nummer voor het aangeven van een spoor op een station of rangeerterrein. Alle sporen op een emplacement hebben een nummer, ook de sporen die niet langs een perron liggen. Spoornummers zijn belangrijk voor de communicatie tussen spoorwegpersoneel en om de reizigers te kunnen informeren waar een trein stopt.
Meestal zijn de sporen genummerd op volgorde, beginnend bij 1 voor het spoor aan de kant van het centrum van de plaats of aan de kant van het hoofdgebouw van het station.
Zaksporen hebben soms hogere nummers: In Hengelo is spoor 11 een zakspoor tussen spoor 2 en 3. Hetzelfde geldt voor kopsporen aan de zijde van het stationsgebouw, zoals 15, 16, 20 en 21 in Dordrecht en 14, 15, 16 in Zwolle. Tot de jaren 60 hadden ook de kopsporen (thans 1 t/m 4) in Utrecht een hoger nummer.
Voorheen werd bij het vertrek van een trein aangekondigd van welk perronnummer de trein vertrok. De reizigers moesten dan nog uitzoeken aan welke kant van het perron. De perrons zijn niet meer genummerd en wordt het spoornummer bekendgemaakt. Toch spreken reizigers nog vaak van perron waarmee ze spoor bedoelen.