Een stadstimmerman of stadsmeester was vroeger een timmerman en architect, die in opdracht of in dienst van de stad het bouwactiviteiten verrichtte. Dit beroep is na de middeleeuwen ontstaan, zo had bijvoorbeeld de stad Middelburg vanaf de zestiende eeuw een stadstimmerman in dienst.[1]
In bepaalde steden kwamen er naast de stadstimmerman vergelijkbare functies als stadsbouwmeester of stadsarchitect, stadsmetselaar en stadsstraatmaker. De stadstimmerman zelf werkte vaak met een aantal gezellen. In bepaalde steden was een stadstimmerhuis of stadstimmerwerf ingericht, waar de stadstimmerman kon wonen en werken.
De stadstimmerman werkte mee aan het ontwerp van gebouwen, verdedigingswerken en infrastructuur als bruggen, sluizen en dergelijke, en plannen voor stadsuitbreiding. Verder had de stadstimmerman met de stadsbouwmeester de taak om bestekken en begrotingen te maken en het gemeentebestuur te voorzien van advies. Hij was hierbij in dienst van de stad. In sommige gevallen werkte de stadstimmerman zelf ook als aannemer van stadswerken. Hiernaast mochten ze ook particulier werk aannemen.[2]