Stella Maris
| ||||
---|---|---|---|---|
De Stella Maris voor de wal in Gorinchem in 2010
| ||||
Geschiedenis | ||||
Werf | Scheepswerf "De Industrie" van de gebr. D. en J. Boot te Alphen aan den Rijn | |||
Bouwnummer | 940 | |||
Tewaterlating | 4 september 1929 | |||
Datum oplevering | 1929 | |||
Algemene kenmerken | ||||
Lengte | 24,08 m | |||
Breedte | 4,52 m | |||
Diepgang | 1,52 m | |||
Tonnenmaat | 83,730 t | |||
Voortstuwing en vermogen | 1 cil. ruwolie motor Industrie 1I.B.6, nr. 665 35 Epk | |||
ENI-nummer | 03011455 | |||
Teboekstelling | 1455 B 's-Hage 1954 | |||
MMSI | 244615022 | |||
Roepletters | PF7297 | |||
Opmerkingen | Register Varend Erfgoed Nederland nr. 1318 Bestand Historische Schepen van de Lvbhb BHS-nummer 11887 | |||
|
De Stella Maris uit 1929 is een binnenschip van het type luxe motorschip. Het schip is als Varend monument® opgenomen in het Register Varend Erfgoed Nederland. Het heeft daarin een A-status en registratienummer 1318.
Het schip werd na de oplevering in 1929 door Scheepswerf "De Industrie" in Alphen aan den Rijn jaren gebruikt om beroepsmatig vervoer te verzorgen. Met de jaren nam de schaalvergroting in de binnenvaart toe en de Raad van Ministers van de E.E.G nam 22 juni 1965 een besluit dat leidde tot de Sloopregeling Binnenvaart 1968.[1] Deze sloopregeling maakte het mogelijk om een eigenaar van een schip of sleepboot, die zijn schip liet slopen, een uitkering te verlenen. [2] Met deze regeling werd het mogelijk de vloot te vernieuwen. De schepen mochten niet meer voor beroeps-/vrachtvaart worden gebruikt, maar konden nog wel prima dienen voor recreatieve doeleinden. De ervaring leerde dat dit veel gebeurde. Nederland dankt er zijn vloot van historische bedrijfsvaartuigen aan, de grootste ter wereld en uniek. Ook de Stella Maris werd gesaneerd en verkocht. Het schip heeft in de pleziervaart inmiddels meer geschiedenis dan in de beroepsvaart. Het heeft sinds 2014 een eigen steiger aan de Stationsweg in Gorinchem.