Thor (runen: þonar ᚦᛟᚾᚨᚱ), in het Oudhoogduits en Fries Tonger[bron?], in de Continentale Germaanse mythologie Donar of Thonar, in het Oudnoords Þórr, in het Oudsaksisch Thunaer of Thunar is de dondergod in de Noordse en Germaanse mythologie. Hij is een zoon van Wodan en de aardgodin Fjorgyn. In de apocriefe Friese geschiedschrijving stelde men hem gelijk aan de (fictieve) god Stavo, die in Stavoren vereerd zou zijn..
Als kind was hij al sterk en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingnir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjölnir maakte hem nog sterker.
Thor was bevriend met Loki en zijn favoriete bezigheid was het doodslaan van reuzen. Hij staat voor ordeschepper tegenover de chaos.