Tichel

Tichelaar in 1568

Tichel is een oude benaming voor baksteen, hoewel het ook om ongebakken, gedroogde leemsteen kan gaan.[1]

Het woord is verwant aan tegel en het Duitse Ziegel (= baksteen) en afkomstig van het Latijnse tegula (= dakpan).

De familienaam Tichelaar (= steenbakker) is ervan afgeleid. Ook de plaatsnamen Tegelen (ca. 1100: Tieglon) en Tielrode (866: Tigelrodo) verwijzen naar baksteenproductie.[2]

  1. Anneke Koers, Tichelwaark.
  2. Lemma "tegula", in: W.J.J. Pijnenburg & T.H. Schoonheim, K. Louwen, M. Mooijaart & A. Quak (red.), Oudnederlands Woordenboek (Leiden, 2009).

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in