Een transformator, kort trafo (NL) of transfo (BE), is een elektrisch apparaat dat wordt toegepast voor het verhogen of verlagen van een wisselspanning en/of voor het galvanisch scheiden van stroomkringen. Een transformator is in principe een apparaat zonder bewegende onderdelen, dat slechts bestaat uit magnetisch gekoppelde spoelen, de primaire en de secundaire. De spoelen zijn meestal gewonden rondom een gesloten ijzerkern die het magnetische veld concentreert en voor de magnetische koppeling van de beide spoelen zorgdraagt zonder ze te raken.
Loopt er een wisselstroom door de primaire spoel, dan ontstaat er een inductiespanning in de secundaire spoel, waarbij het aantal windingen belangrijk is: als de secundaire spoel bijvoorbeeld drie keer zoveel windingen heeft als de primaire, dan is de uitgangsspanning drie keer zo hoog als de ingangsspanning, terwijl de stroomsterkte juist een factor drie naar beneden gaat. Dit zijn theoretische getallen, die in de praktijk onhaalbaar zijn, zie het kopje Verliezen verderop in de tekst.