De Unie van Atrecht (Frans: Union d'Arras) was een op 6 januari 1579 in Atrecht (Arras) opgericht inter-regionaal samenwerkingsverband gebaseerd op afspraken gemaakt tussen de graafschappen Artesië en Henegouwen en de kasselrijen Dowaai en Oorschie in het graafschap Vlaanderen. Het was een reactie op het ontstaan van de calvinistische Gentse Republiek tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648). Rijsel trad toe op 30 maart,[1] maar Valenciennes en Doornik en het Doornikse deden niet mee.[2]
De Unie van Atrecht werd gevolgd door een verzoening van de bondgenoten met Filips II van Spanje en zijn hoge ambtenaar Alexander Farnese, hertog van Parma. De afspraken werden op 17 mei 1579 vastgelegd in het Traktaat van Atrecht, een overeenkomst die door alle partijen werd ondertekend en bezegeld. Hiermee werd een staatkundige en kerkelijke scheiding tussen Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden ingezet.