In de 17e eeuw en 18e eeuw waren er verschillende handelsposten van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) in het Midden-Oosten. Naast de Portugezen was de VOC de enige westerse macht die in dit gebied handel dreef. Er werd vooral gehandeld in parels, rozenolie, zijde, wol, Arabische gom en wierook. Toen de laatste vesting (Kharg) in 1766 door het Perzische leger werd veroverd, vertrokken de Nederlanders voorgoed.