De Vanyar (of Blonde Elfen) zijn een belangrijk Elfenvolk in de boeken van de Engelse schrijver J.R.R. Tolkien.
De Vanyar waren de schoonste en edelste van alle Hoge Elfen. Ze vormden het kleinste van de drie elfenvolken, die na de oproep van de Valar naar Aman kwamen en arriveerden daar het eerst. Volgens de legende werd het volk gesticht door Imin, de eerste elf die ontwaakte bij het meer van Cuiviénen in het oosten van Midden-aarde. De Vanyar spraken Quendya, een dialect van het Quenya dat alleen in Valinor werd gesproken. De naam "Vanyar" betekent "(de) schonen" in het Quenya, waarmee wordt verwezen naar hun goudkleurige haar. De Vanyar stonden ook bekend als de Minyar, dat "de eersten" betekent.