Veldlathyrus | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bloemen | |||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||||
Lathyrus pratensis L. (1753) | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||||
Veldlathyrus op Wikispecies | |||||||||||||||||||||
|
De veldlathyrus (Lathyrus pratensis) is een klimmende, vaste plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). De soort komt van nature voor in Eurazië. De plant groeit op bouw- en grasland, langs wegen en op dijken. Daarnaast wordt de plant gebruikt in bloemweide- en bermmengsels.
De plant wordt 30-120 cm lang en heeft kantige, gevleugelde stengels. Het geveerde blad is lancetvormig en bestaat uit één of twee paar spitse blaadjes en een eindelingse rank. De steunblaadjes hebben de vorm van een halve pijl.
De 1-1,8 cm lange bloem is geel en is iets welriekend. De 1 cm lange kelkbuis is tot op de helft gespleten in vijf driehoekige tanden. De plant bloeit in trossen van vijf tot twaalf bloemen op een lange steel. De bloeitijd is van juni tot augustus.
De vrucht van de veldlathyrus is een peul van 2- cm lang en rijpt van juli tot september. De rijpe peul is zwart en bevat vijf tot twaalf zaden. Het duizendkorrelgewicht van de zaden is 11 gram.