Verdedigers hebben bij voetbal de taak te voorkomen dat de doelman onnodig in de problemen komt. Zij zijn namelijk de laatste linie tussen de aanvallers van de tegenstanders en de doelman.
Het aantal verdedigers in een opstelling hangt af van de strategie, maar varieert over het algemeen van drie tot vijf. Dat aantal is bovendien in de loop der jaren drastisch veranderd. Tot de jaren 1950 en 1960 waren twee tot drie verdedigers het maximum. Pas later stapten zowat alle teams over naar vier of meer verdedigers.
Verdedigers maken regelmatig gebruik van tackles om de tegenstander de bal te ontnemen. Een ander hulpmiddel dat ze gebruiken is de buitenspelval. Ook het 'voorstoppen van de bal' (het lichaam voor de bal zetten zodat hij daarop afkaatst) is een verdedigingstechniek.