Verwildering is het zich in het wild vestigen van niet-inheemse, gecultiveerde planten in een bepaald gebied buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied. Dergelijke planten zijn daar verwilderde planten (ergasiofygofyten).
Bekende voorbeelden zijn stinsenplanten, die vanuit tuinen van oude landgoederen zijn verwilderd.
Op grond van de wijze van vestiging kunnen verschillende typen onderscheiden worden.[1] Naast de idiochorofyten, de autochtone of oorspronkelijk inheemse planten zijn er:
akolutofyten: planten die zich spontaan, op eigen kracht in door de mens beïnvloede vegetatie hebben gevestigd.
↑(de) Schroeder, F.-G. (1974) Zu den Statusangaben bei der floristischen Kartierung Mitteleuropas. Göttinger Floristische Rundbriefe 8. Jahrgang, 71-78