Vogelvrij verklaard worden is een van oorsprong Romeinse straf voor halsmisdrijven. Dit betekende dat iemand buiten de bescherming van de wet werd geplaatst. Het ging hierbij om veroordelingen bij verstek, omdat de aangeklaagde niet voor het gerecht was verschenen en er dus niet direct een straf kon worden opgelegd.[1]
Alle burgerlijke en publieke rechten werden de vogelvrije ontnomen. Het betekende dat hij geen nationaliteit of bezit meer kon hebben en geen aanspraak meer kon maken op bescherming van zijn mensenrechten door de overheid want die waren vervallen. Hij kon dus worden gedood zonder dat de dader daardoor strafrechtelijk zou worden vervolgd. Eventueel werd daarvoor zelfs een beloning uitgeloofd.
Het woord heeft niets te maken met het idee dat men zo vrij als een vogel zou zijn, aangezien de banden met de eigen gemeenschap waren verbroken. Vrijheid is een relatief begrip als men aan vervolging is blootgesteld. Vogelvrijheid verwijst eerder naar het feit dat de voortvluchtige, zonder recht op bescherming of zelfs onderdak, een prooi was als de vogels in de open lucht. Hij diende letterlijk zelfs als aas voor de vogels op het galgenveld. Een vogelvrije had namelijk ook het recht op een christelijke begrafenis verspeeld.