Het voltooid deelwoord staat in het Latijn bekend als participium perfecti passivi (deelwoord van de passieve verleden tijd, hierna: "P.P.P.").
Het P.P.P. komt in het Nederlands overeen met de voltooide tijd van het passivum, oftewel een voltooid deelwoord met (doorgaans, indien het werkwoord géén deponens is) als hulpwerkwoord zijn, zoals in: