Vrouwenrechten zijn de rechten en vrijheden die wereldwijd specifiek op de maatschappelijke, economische en juridische positie van vrouwen en meisjes betrekking hebben. Het begrip wordt veelal gebruikt in een strijdbare context waarin mensen op allerlei manieren opkomen voor een gelijke positie, gelijke rechten en vrijheden voor vrouwen als aan mannen toegekend of door mannen ingenomen. Het beginsel van sociale, economische en juridische gelijkheid vormde de basis van de vrouwenbewegingen en het feminisme in de 18e, 19e en 20e eeuw. In sommige landen zijn deze rechten erkend en geïnstitutionaliseerd door wetgeving, lokaal gebruik en gedrag, terwijl ze in andere landen worden genegeerd of onderdrukt. Vrouwenrechten verschillen van de bredere noties over mensenrechten doordat wordt gesteld dat er een inherente historische en traditionele onbalans is tussen het uitoefenen van rechten door vrouwen en meisjes en van mannen en jongens.[1]
Zo was bijvoorbeeld in wetten, gebaseerd op de Code Napoleon, de hoofdregel dat vrouwen in het huwelijk volledig onderworpen waren aan de maritale macht van de echtgenoot: zij moeten hem gehoorzaam zijn in hun persoon, hun activiteiten, hun kinderen en hun bezittingen. In België en Nederland werden vrouwen niet toegelaten tot openbare functies en vanaf 1838 was bij wet geregeld dat een vrouw handelingsonbekwaam werd als ze trouwde, ze had geen zelfstandig woonrecht in de gezamenlijke woning, ze had niets te zeggen over de kinderen etc.[2][3] Deze structurele wettelijke ongelijkheden ten opzichte van de rechtspositie van mannen werden in 1956 (Nederland) en 1958 (België) opgeheven.[4]
Kwesties die over het algemeen gerekend worden tot het domein van vrouwenrechten is in eerste instantie het juridische domein en zijn te onderscheiden in de beschermende rechten, correctie van eerdere wetgeving en antidiscriminatie.[5] Het gaat hier dan onder andere over lichamelijke onschendbaarheid en autonomie; vrij zijn van (seksueel) geweld; op deelname aan bestuurs- en besluitvorming, parlementaire verkiezingen (kiesrecht); om alle functies uit te oefenen; om juridische overeenkomsten aan te gaan; gelijke behandeling in het familierecht; bij het recht op arbeid; bij beloning voor werk; op reproductieve rechten; op eigendom; op onderwijs.[6]
Naast het bestaan van vrouwenrechten kunnen vrouwen ook op specifieke wijze getroffen worden door schendingen van mensenrechten.[5]