Een vulkanische winter is een daling van de temperatuur op aarde die wordt veroorzaakt door een massale hoeveelheid vulkanische as en druppeltjes zwavelzuur en water. Die uitstoot, na een zware vulkaanuitbarsting, verduistert de zon en verhoogt de albedo van de aarde, waardoor de weerkaatsing van zonnestraling toeneemt.
De langdurige afkoeling is vooral het gevolg van de injectie van zwavelhoudende gassen in de stratosfeer. Die ondergaan een reeks chemische reacties bij het vormen van zwavelzuur, met nucleatie en aerosolen als resultaat. Deze koelen op hun beurt het aardoppervlak af door zonnestraling te weerkaatsen, en warmen de stratosfeer op door de uitstraling van de aarde te absorberen. De variaties in atmosferische opwarming en afkoeling resulteren in veranderingen in de troposferische en stratosferische circulatie.[1][2]