De Wachtendonkse Psalmen vormen een verzameling van in het Oudnederlands (meer specifiek het Oud-Oostnederfrankisch) vertaalde Latijnse psalmen uit de 10e eeuw, waarvan de originele legger[1] mogelijk teruggaat tot de late 9e eeuw.
Hun naam wordt ontleend aan de Luikse kanunnik Arnoldus van Wachtendonck die in de zestiende eeuw een handschrift van de psalmen in zijn bezit had. Toen de Zuid-Nederlandse humanist Justus Lipsius van Leiden naar Leuven terugkeerde leerde hij het handschrift kennen tijdens een bezoek aan Arnold Wachtendonck in Luik. Lipsius leende in 1591 het manuscript voor verder onderzoek. Hij schreef een aantal psalmen over en het zijn deze afschriften die uiteindelijk de huidige versie van de Wachtendonckse Psalmen zouden vormen; het oorspronkelijke manuscript ging verloren. Ook de kopieën van Lipsius zijn ondertussen verloren, alleen een deel van zijn notities is bewaard gebleven.