Een wachtschip – een schip van de wacht – is in de klassieke betekenis een drijvende kazerne in een marinehaven, voornamelijk voor de huisvesting van (licht)matrozen en mariniers. Werd met een wachtschip gevaren, dan werd het voornamelijk gebruikt om te voorkomen dat ongewenste indringers zich in de buurt ophielden. Wachtschepen werden ook ingezet ter bewaking van de goede (commerciële) orde in de koloniën.
In de huidige tijd betekent wachtschip meestal clubhuis te water voor een waterscouting-groep. Een schip, dat niet alleen voor groepsactiviteiten kan worden gebruikt, maar waarmee meestal ook gevaren kan worden. Als vervoer- en transportmiddel van, naar en tijdens kampen en als moederschip voor de vloot. Binnen Scouting Nederland zijn meer dan 50 wachtschepen langer dan 15 meter in gebruik.[1] Niet alle waterscoutinggroepen kunnen zich zo'n wachtschip veroorloven, maar vaak hebben ze wel een sleper. In België en Nederland is een wachtschip meestal een oud binnenschip, maar het kan ook een oud passagiersschip zijn of een voormalige veerpont, zoals de Fram of de Boekanier. Het eerste wachtschip van Scouting in Nederland is de Rambonnet.