Aanvankelijk stonden de wereldkampioenschappen gepland van 20 tot en met 27 september in Zwitserland, in Martigny en in Aigle, waar het hoofdkwartier van de internationale wielerbond UCI is gevestigd. Er stonden elf evenementen op het programma op een bergachtig parcours. Door de uitbraak van coronapandemie in het voorjaar van 2020 zag het er enige tijd naar uit, dat er in de rest van het wielerseizoen niet of nauwelijks meer kon worden gekoerst, maar de UCI hield voor de wereldkampioenschappen aan de oorspronkelijke data vast. De Zwitserse federale overheid besloot in augustus echter het verbod op evenementen met meer dan 1.000 toeschouwers of meer dan 1.000 deelnemers te verlengen tot en met september. Daarom besloot de UCI de WK in Zwitserland af te gelasten en naar een nieuwe locatie te gaan zoeken.[5] Deze werd gevonden in het Autodromo Enzo e Dino Ferrari in het Italiaanse Imola. De wedstrijden voor junioren, beloften en de ploegenestafette kwamen te vervallen.[6] De UCI koos voor Imola omdat het bergachtige parcours vergelijkbaar was met het originele parcours in Zwitserland en omdat de start en finish op het circuit makkelijk publieksvrij konden worden gehouden. Voor de wedstrijden werden alle renners getest op COVID-19. De Oezbeekse renster Olga Zabelinskaja testte positief op het virus voorafgaand aan de tijdrit voor vrouwen en mocht daardoor niet deelnemen aan beide wedstrijden.[7] Hetzelfde was het geval voor de Kazachse Aleksej Loetsenko voor de wegrit van de mannen.[8] Opmerkelijk is de prestatie van de Spanjaard Alejandro Valverde die voor de tiende keer een top 10-plaats behaalde in de wegrit bij de elite.