Een wierdijk was een dijk die voornamelijk bestond uit zeegras, een plant die vroeger tot de zeewieren werd gerekend.[1] Wierdijken waren beter bestand tegen storm dan aarden dijken omdat het gedroogde wier onder druk samenpakte tot een stevige massa en daardoor minder te lijden hadden onder afslag. Doordat deze massa enigszins flexibel was konden zettingen van de ondergrond goed gevolgd worden, en werden golven makkelijker gedempt dat het geval zou zijn bij een verticale (houten) damwand. Het zout in de wierplant zorgde bovendien voor goede conservering.