De wijnbouw in Chili is gestart door Spaanse kolonisten. Toch ziet men een Franse invloed. De wijn wordt vooral van typische Franse druivenrassen gemaakt. De druivenstokken zijn hier nog authentiek en staan niet, zoals in bijna alle andere wijngebieden, op Amerikaanse onderstammen.
De meeste Chileense wijngaarden lopen als een slinger door het midden van een land. Ze liggen tussen de Andes en de kustgebergten. Het klimaat is er koeler en meer vruchtbaar dan in Argentinië. De Humboldtstroom vanuit de Stille Oceaan heeft een verkoelend effect.
De belangrijkste wijnbouw gebieden in Chili zijn (van noord naar zuid) Aconcaguavallei, Casablanca, Maipo Valley, Rapel Valley, Curico, Maule, Itata en Bío-Bío. Een belangrijk gebied is de Colchagua vallei (Libertador O'Higgins). De bekendste wijngaarden uit deze streek zijn: Casa LaPostolle, Viu Manent, Montgrass, Bisquertt, Casa Silva, Laura Hartwig.
De belangrijkste druivenrassen, samen meer dan zestig procent van de oogst, zijn Cabernet Sauvignon, Merlot, Chardonnay, Sémillon en Sauvignon Blanc. Daarnaast heeft Chili ook een eigen specialiteit: de Carménère, vergelijkbaar met een stevige Merlot.
Chileense wijnen worden gekenmerkt door een volle en sappige smaak.