Gehucht in Nederland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Provincie | Groningen | ||
Gemeente | Midden-Groningen | ||
Coördinaten | 53° 16′ NB, 6° 54′ OL | ||
|
Wilderhof is een gehucht van twee boerderijen in de gemeente Midden-Groningen. Het ligt op een kleine pleistocene verhoging in het vlakke landschap tussen Siddeburen en Meedhuizen, op korte afstand van Tjuchem. Wilderhof behoorde tot het kerspel Siddeburen, maar viel in de middeleeuwen onder Oostwold. Kerkelijk viel het onder Meedhuizen.
Wilderhof ligt iets ten zuiden van een smalle prehistorische rug, die zich voortzet via Opmeeden, Schaapbulten en Ideweer tot de plek waarop Heveskesklooster werd gebouwd. De bewoningsgeschiedenis gaat terug tot de tijd van de Karolingers: de negende of tiende eeuw na Chr. Dat blijkt tenminste uit de vondst van enkele scherfjes uit deze periode. De eerste bronvermelding vinden we in de registers van de Abdij van Werden, waar Wilderhof wordt vermeld als Wildiona (eind 10e eeuw) en Wildonha (omstreeks 1040). Over de naamgeving bestaat geen eenduidigheid. De naam wordt verklaard als wildi ('wild') met de uitgang -a ('waterloop, rivier') of -ha(e) ('hoogte'), dus 'rivier' of 'hoogte van de wilde dieren'. Daarmee werd kennelijk aangeduid dat het om een nieuwe nederzetting in een verder nog woest gebied ging. Mogelijk is het identiek aan Wuldunun (944), hetgeen 'wilde duinen' betekent.
Bij Wilderhof zijn geraamten en grafdeksels gevonden. Mogelijk bevond zich hier een kerk of een kloostervoorwerk; de overlevering heeft het over een klooster. De erve Wylderhoff wordt genoemd in 1476; hij was geruime tijd daarvoor aangekocht door Unico Ripperda uit het bezit van de armlastige Johannieter commanderij te Oosterwijtwerd; eerder was het vermoedelijk bezit van de commanderij Dünebroek. De Johannieters (met name te Oosterwierum) hadden meer bezittingen in dit gebied, die zij in 1283 uit de Friese bezittingen van de Abdij van Werden hadden verkregen: onder andere te Grashuis en Opmeeden onder Meedhuizen en in Eelshuis bij Wagenborgen. Een perceel land ten noorden van Wilderhof (tevens een opvallende inspringing van de kerspelgrens) wordt Hondebulten (1733), Hoanebulten of Hondswarf genoemd, een toponiem dat naar een verdwenen hunebed kan verwijzen.[1] Ook aan de Veendijk zijn vondsten van de Trechterbekercultuur bekend. Ten noordoosten van Wilderhof lagen in 1587 de hooilanden van Hoeyke weer.
De Hondswarf is nu een weg ten zuiden van Siddeburen met een woning die 'Hanebulten' wordt genoemd.