De winterdijk of bandijk is de dijk langs een rivier die bij hoge afvoeren overstroming van omliggende gebieden voorkomt en de rivier in het stroomprofiel houdt. Anders dan de zomerdijk is de winterdijk hoog genoeg om bij vrijwel alle waterstanden stand te houden; daarvoor is een normfrequentie vastgesteld, die bijvoorbeeld aangeeft dat een bepaalde dijk niet vaker dan eens per duizend jaar mag overstromen.
De winterdijk hoeft alleen water te keren bij hoge afvoeren, bij normale situaties keren de zomerkades het water. Bij hoge afvoeren stroomt het water over de zomerkade, waardoor de uiterwaarden vollopen.
De winterdijken zijn primaire waterkeringen, waarachter de dorpen, steden en polders liggen. De belangrijkste functie van de winterdijk is dan ook bescherming van het achterland. Veel van deze dijken zijn verstevigd, verbreed en opgehoogd na de hoge waterstanden en dreigende doorbraken aan het einde van de 20e eeuw.