Wittebroodskind

Het Wittebroodskind uitgebeeld in een lantaarnconsole in Utrecht aan de werf van de Lichte Gaard.

Het Wittebroodskind is een hoofdpersonage uit volksverhalen die gaan over de bouwgeschiedenis van de Mariakerk in Utrecht. De sage over het Wittebroodskind werd voor het eerst opgetekend in de middeleeuwen. Diverse varianten van het volksverhaal, alsook lokale gebouwen, verwijzen naar het Wittebroodskind. Deze beperken zich niet uitsluitend tot Utrecht maar spelen ook in andere plaatsen met hun lokale situatie. Met name het funderen op runderhuiden keert daarin regelmatig terug.[1] Een wittebroodskind is daarnaast ook een uitdrukking voor een verwend kind.

  1. Over het daadwerkelijk funderen in het verleden met runderhuiden liet de toenmalige Nederlandse minister van VROM Dekker in 2006 het volgende weten aan de Tweede Kamer:

    De veronderstelling dat vroeger op koeienhuiden werd gefundeerd moet ik overigens naar het rijk der fabelen verwijzen, hoewel dit soort verhalen net zo onuitroeibaar blijken te zijn als de verhalen over vermeende onderaardse gangen in burchten en kloosters. Ten eerste is er voorzover mij bekend in Nederland nog nooit een fundering van koeienhuid aangetroffen, terwijl deze huiden door het grondwater uitstekend geconserveerd hadden moeten zijn. In de tweede plaats komt in oude bouwverslagen de zinsnede voor dat de bouw «op huyden is begonnen» hetgeen in oud-Nederlands niets anders wil zeggen dan dat de bouw heden is aangevangen. Wel wil het geval dat in Amsterdam enkele panden bekend zijn die «op huyden» zijn gebouwd. Uit onderzoek blijkt dat hiervoor afgedankte scheepshuiden (scheepswanden) zijn gebruikt. De lange planken werden horizontaal neergelegd en een bouwwerk werd daarbovenop gemetseld. Verder bestaat er nog een apocrief verhaal van de hand van Jacob van Lennep, waarin verhaald wordt hoe de zoon van een Fries bouwmeester het geheim van de fundering van de Maria-kerk in Utrecht wordt ontfutseld, n.l. dat een wel in de bodem onder de kerk zou zijn volgestort met koeienhuiden. Enig feitelijk bewijs van deze «onthulling» is echter nimmer aangetroffen.

    Kamerstuk 29 392 Wijziging van de Woningwet en enkele andere wetten (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving), beantwoording vraag 3. Overheid.nl (23 januari 2006). Geraadpleegd op 16 september 2012.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in